De belangrijjkste feiten over bore-out en het verschil met burn-out

Doordat de symptomen veel lijken op die van burn-out, ontstaat snel verwarring. Van burn-out heeft inmiddels iedereen wel gehoord, bore-out is bij de meesten nog onbekend. Niet alleen leken kennen het nog nauwelijks, dat geldt ook voor veel deskundigen en begeleiders. Toen ik onlangs in een groepje vertelde wat het thema van mijn boeken  is, reageerde een aanwezige huisarts oprecht geïnteresseerd: “Wat is dat dan, bore-out?”

Regelmatig heb ik telefonisch contact met bedrijven over mijn boeken. Of het uitgevers, drukkerijen of ziekenhuizen zijn, als ik de vraag beantwoord waar ze over gaan, verstaat mijn gesprekspartner – hoe duidelijk ik ook articuleer – eerst meestal “burn-out”.  Er volgt dan een reactie als: “O, burn-out, dat ken ik wel. Mijn zus is ook heel lang burn-out geweest. Akelige ziekte!” Nadat ik mijn antwoord nog eens herhaal, voeg ik meestal toe: “U verstond me niet goed:  ik zei niet burn-out, maar bore-out”. Dan valt er een stilte, waarna aarzelend: “Dat ken ik niet, wat is dat dan?”

Dit patroon herhaalt zich steeds weer. Je kunt het natuurlijk niet helpen, als je het verschijnsel “bore-out” niet kent. Er is nog weinig over bekend.

Ik leg dan uit dat bore-out het resultaat is van ziekmakende verveling en dat het wordt veroorzaakt als je niet voldoende wordt uitgedaagd door je werk (of andere bezigheden). De verbazing aan de andere kant van de lijn groeit, als ik vervolg, dat dat kan komen doordat je te weinig te doen hebt. Dan is er sprake van kwantitatieve bore-out. Je moet bijvoorbeeld van negen tot vijf op kantoor zijn, maar bent om elf uur al klaar met je opdrachten. De meeste van mijn gesprekspartners komen om in het werk en kunnen zich daar niets bij voorstellen. Dan vertel ik dat er ook sprake kan zijn van kwalitatieve bore-out. Dan heb je genoeg werk, maar kun je bore-out raken, als je het saai en eentonig vindt, als het je onvoldoende interesseert, of het (ver) onder je kunnen ligt. Ze herkennen dan vaak al meer. Maar dat je daar ziek van kunt worden…?

Toch is dat zo. Je kunt ziek worden en tenslotte burn-out raken, als je te lang achter elkaar te hard werkt zonder op tijd te pauzeren en ontspanning te zoeken. Dan word je dus chronisch overbelast. Maar je kunt ook ziek worden, als je chronisch te weinig belast wordt. Als je onvoldoende gezonde werkprikkels krijgt en niet het idee hebt wat toe te voegen. Als je het gevoel hebt dat het niets uitmaakt of je je inspant of niet. Als dit te lang duurt, is de kans op ziekte net zo groot als bij burn-out. En ook bore-out kan in extreme gevallen uitmonden in een depressie.

Als je werkt in omstandigheden, die tot een bore-out kunnen leiden, kun je zowel fysieke als psychische klachten ontwikkelen en ook je gedrag kan er negatief door  worden beïnvloed.

FYSIEKE SYMPTOMEN VAN BORE-OUT

Je kunt denken aan maagklachten en (andere) spijsverteringsproblemen, hoofdpijn en migraine, eczeem, hyperventilatie, hartklachten, allerhande infecties, misselijkheid en overgeven en ga maar door. Zelfs tinnitus ben ik als symptoom tegengekomen. Deze klachten kunnen op allerhande ziektes wijzen. Daarom moet een huisarts ook naar andere soorten symptomen kijken om de diagnose bore-out te kunnen stellen.

PSYCHISCHE SYMPTOMEN VAN BORE-OUT

Zoals eerder gezegd, gaat het bij bore-out om chronische verveling tijdens het werk. Als je weken- of zelfs maandenlang te weinig te doen hebt, of steeds taken moet doen die te makkelijk voor je zijn of je totaal niet boeien, heeft dat natuurlijk gevolgen. Misschien ga je je minderwaardig voelen en verlies je het vertrouwen in jezelf.  Het kan ook zo zijn, dat je heel negatief wordt over jezelf en tenslotte zelfs depressief wordt. Je wordt somber en verdrietig en vraagt je af of je niet meer of beter passend werk waard bent. Misschien schaam je je of word je boos en gefrustreerd. Je verveelt je niet alleen, maar piekert ook voortdurend. Dat maakt je moe, lusteloos en passief. Tenslotte komt er niets meer uit je handen.

Vaak stel je alles uit, interesseert niets je meer en krijg je het gevoel dat je nergens meer bij hoort. Door het uitstellen van klussen kosten die tenslotte meer tijd dan nodig zou zijn. Tenslotte heb je bij een (dreigende) bore-out meestal last van slaapproblemen met als gevolg permanente vermoeidheid.

GEDRAGSSYMPTOMEN TIJDENS HET WERK

Als je boos en gefrustreerd bent, is dat natuurlijk van invloed op hoe je je gedraagt jegens je werk, collega’s en werkgevers. Dat je gemakkelijk geïrriteerd raakt, zorgt ook snel voor misverstanden en conflicten. Je wordt trager en doordat je je vaardigheden niet onderhoudt, vergeet je van alles wat je eerst goed kon. Je raakt gemakkelijk afgeleid en gaat dagdromen. Als je te weinig omhanden hebt, moet je je lege tijd toch vullen. Daarom ga je andere dingen doen: vakanties plannen onder werktijd, privé telefoneren, extra lange pauzes houden, of maar wat doelloos heen en weer lopen. Je kunt niet elke dag urenlang voor je uit kijken, als je niets te doen hebt!

GEDRAGSSYMPTOMEN DIE OVERAL KUNNEN OPTREDEN

Ook huisgenoten kunnen last hebben van jou, als je je negatief opstelt. Misschien ben je bang voor beschamende vragen en vermijd je daarom sociale contacten. Als je je onder de mensen móet mengen, toon je misschien een kort lontje. Ook privé ga je taken uitstellen en dagdromen. Zo heb ik ooit van een docent die bore-out raakte gehoord, dat hij voor zijn bureau plaatsnam om werk te corrigeren veel later te ontdekken, dat hij de map niet eens had opengemaakt. Zó verzonken in gedachten!

Tenslotte kan ook verslavingsgedrag optreden. Denk aan overmatig eten en snoepen, alcoholisme, drugsgebruik, gamen en seksuele avonturen.

Hoewel geen twee mensen met bore-out hetzelfde klachtenpatroon vertonen, heb je vrijwel altijd last van een lusteloos makende vermoeidheid, waardoor je niet meer vooruit te branden bent en vaak ook van slaapproblemen.

Of je tijdens je werk te maken hebt met te weinig werk, werk dat niet bij je past, of een combinatie hiervan, de onbekendheid met bore-out heeft minimaal twee schadelijke gevolgen. Doordat de klachten zo lijken op die van burn-out, is de therapeutische aanpak vaak ook hetzelfde. Bij een burn-out krijg je de opdracht om je lichaam en geest rust te geven, totdat ze hersteld zijn. Maar bij een bore-out heb je in de periode daarvoor al zo veel ‘gerust’ dat nog meer rust je niet helpt. Integendeel, je moet fysiek en psychisch weer gaan bewegen. Het is maar een kleine groep die uit zichzelf bij een hulpverlener aanklopt. De onwetendheid en het onbegrip, ook bij jouzelf, maken dat je je in een bore-out situatie vaak helemaal niet durft te melden. Je voelt je schuldig en beschaamd doordat je je salaris eigenlijk niet ‘verdient’ en je je niet gezien voelt. Je bent bang van luiheid te worden beschuldigd en houdt je zo lang mogelijk koest. Dat de meesten met een (dreigende) bore-out zich niet durven te uiten en dus geen hulp en ondersteuning vinden, is het tweede schadelijke gevolg.

Als je als coach of therapeut mensen met bore-out begeleidt, vraagt dat – net zoals bij andere ziektes en kwalen – om maatwerk. Je moet aansluiten bij de aard en de oorzaak van de klachten, de karakters van de bewuste cliënten en wat zo’n situatie voor hen betekent en de beschikbaarheid van ondersteunende netwerken. Ze kunnen hulp gebruiken bij het vinden van bevredigend werk, maar of ze daar weer met zelfvertrouwen aan beginnen, hangt ook af van hoe de maatschappij tegen bore-out aankijkt. Als het dezelfde erkenning krijgt als burn-out en degenen die ermee te maken hebben, net zo serieus worden genomen, is dat al de halve oplossing. 

Je vindt mijn boeken over het thema op deze site, klik hier om ze te bekijken.

Ik weet uit ondervinding wat bore-out met je kan doen en gun anderen met zo’n probleem een makkelijkere weg naar hulp en begeleiding. In mijn boeken vind je veel achtergrondinformatie, maar de begeleider vindt er ook oefeningen die hij met zijn cliënten kan doen. En hoe verbazingwekkend het ook mag lijken, er wordt ook in uitgelegd dat verveling niet altijd schadelijk hoeft te zijn. Integendeel! Als ze maar niet chronisch wordt en je wat kunt doen met wat ze je oplevert.

Het is goed om je af en toe stierlijk te vervelen. In het artikel ‘Vijf redenen om je ouderwets te vervelen’ van GGZ-nieuws*, staat uitgelegd, hoe dat zit.
In mijn kruistocht tegen verveling op het werk was ik bijna vergeten, dat verveling soms helemaal niet negatief hoeft te zijn. Om dat te begrijpen, moet je even een pas terug zetten. Voor mij waren dat zelfs enkele passen. Naar het moment waarop ik het woord ‘bore-out’ voor het eerst hoorde. Het fenomeen ‘verveling’ associeerde ik daarvoor altijd met verwend gedrag van kinderen, maar ook van volwassenen.

Als ik mij vroeger verveelde, bijvoorbeeld in de zomervakanties, was mijn moeder meestal bezig met een huishoudelijke klus of met haar naaiwerk. Ze had altijd wel een idee, wat ik zou kunnen doen. Een taakje in het huishouden en ik had toch genoeg speelgoed!.
In principe hoefde ik maar uit de mogelijkheden te kiezen. Maar dat wilde ik niet. Niet weer schooltje spelen met mijn poppen en beer, niet weer op zoek gaan naar kinderen op straat om touwtje te springen. Om uit te vinden wat ik wel wilde, had ik het nodig om me eerst even te vervelen.
Vaak kostte wat ik bedacht geld en dat was bij ons thuis maar heel beperkt aanwezig. Maar vlak voor een vakantie kreeg ik soms toch wat ik wilde: nesbit blokjes om ‘echt’ (onder mijn moeders begeleiding) te koken op mijn fornuisje, of wol om een vestje te breien voor mijn pop. Soms ook ging ik met mijn schepjes en emmertjes buiten in een modderkuil ‘gehaktballetjes’ draaien. Sommige passies manifesteren zich al vroeg en ik kook nog steeds graag! Of ik ging met een vriendin bloemen plukken in een naburige wei. Korenbloemen, klaprozen en margrieten, die we na afloop over mijn moeders inmaakglazen verdeelden, die op een tuintafel voor ons huis stonden. Hadden we zomaar een bloemenwinkel en behalve dat we leuk speelden, verdienden we ook nog wat…

Verveling kan je dus motiveren om een zinvollere activiteit te ontplooien dan het ‘niksen’ waar je mee bezig bent. Ook dat las ik in het bewuste GGZ-artikel. Dat had deze stelling van ‘vervelingspsycholoog’, Wijnand van Tilburg, die dat beweerde in een Volkskrantinterview. Ook heeft verveling een aantal gezondheidsvoordelen, aldus die psycholoog. Doordat je ervoor niet actief was, kreeg je niet de hoeveelheid prikkels, die je van nature nodig hebt. Dat is een signaal om jezelf uit een zinloze routine te halen en te zoeken naar iets om te kunnen doen. Als je jezelf succesvol uit die routine kunt trekken, word je creatiever, waardoor je je kalmer en gelukkiger voelt, wat goed is voor je persoonlijke ontwikkeling, je concentratie en je zelfvertrouwen.
Als je deze vijf gezondheidsredenen ziet, is het ook weer duidelijk, waardoor een bore-out ten gevolge van werkomstandigheden zo schadelijk voor je kan zijn.

Het fundamenteelst in dit rijtje is de ‘creativiteit’. Het is belangrijk voor je brein om soms te ‘niksen’, want juist dan kun je heel inspirerende ideeën krijgen. Je soms vervelen is dus helemaal niet erg. Je vrije geest kan zich dan kort met iets anders bezig houden en zijn creatieve vermogens aan het werk zetten. Als die creativiteit dan omgezet kan worden in actie, is het effect van verveling alleen maar positief.

En daar zit ‘m de crux: als de periodes van ‘niksen’ eerder regel dan uitzondering zijn, je creatieve vondsten steeds de kop in worden gedrukt en je er geen kant mee uit kunt, maakt dat je helemaal niet kalm en gelukkig. Je persoonlijke ontwikkeling wordt dan alleen maar afgeremd en je concentratie en zelfvertrouwen worden niet groter, maar kleiner.

Alle reden dus om het verschijnsel ‘boreout’ serieus te nemen. Af en toe even freewheelen tijdens je werk is prima, maar als je dagen, weken, maanden en soms zelfs jaren zo goed als niets (zinnigs en uitdagends) te doen hebt, is dat uiteindelijk funest voor je welbevinden en gezondheid.

 

*Vijf redenen om je ouderwets te vervelen/www.ggznieuws.nl/26-8-2020

Enkele jaren geleden verscheen in een landelijk dagblad* een aardig artikel over bore-out. De geïnterviewde dames kregen ongetwijfeld veel positieve reacties, maar ik trof er op internet ook aan, die allesbehalve positief waren, maar kwetsend, neerbuigend en cynisch. De mensen die daar reageerden, waren ervan overtuigd, dat bore-out echt niet zo erg kon zijn als het artikel beweerde. Dat er sprake was van een modeverschijnsel, een lachwekkende rage, een luxe probleem. De critici hadden nog nooit met bore-out te maken gehad en vonden wat de geïnterviewden zeiden belachelijk. Ze zeiden dat ze schromelijk overdreven en zich aanstelden.
Dat sommige mensen het niet meteen kunnen begrijpen, is voorstelbaar. Misschien vinden ze dat je al lang blij moet zijn, als je je brood kunt verdienen. Of ze hebben nooit de kans gehad om te leren, te studeren en voor een bepaald beroep te kiezen. Toen ik ontdekte enkele jaren daarvoor bore-out te zijn geweest, kon ik dat eerst ook moeilijk accepteren.
Dan is het dus belangrijk dat je de juiste informatie krijgt om het wel te kunnen begrijpen. Want bore-out bestaat en trekt zich van dit soort twijfels en meningen niets aan.

Dankzij de vele gesprekken met andere personen met een (dreigende) bore-out krijg ik het verschijnsel steeds beter in beeld. Hoe het proces verloopt, met welke fysieke en psychische klachten ze te maken hebben, hoe het komt dat ze vaak zo lang zwijgen en wat bore-out met je kan doen op langere termijn. Ik heb het dus niet over  je af en toe even vervelen, terwijl je daarna weer vol gas kunt geven. Nee, je hebt dag in dag uit bijna niets te doen, of je werk boeit je permanent zo weinig dat het je totaal niet kan motiveren. Of een combinatie hiervan. Het is goed om te weten, dat dit een langdurige, chronische situatie betreft, die zich zelfs jaren voort kan slepen.

Het is ook niet zo, dat bore-out alleen bij bepaalde beroepen voorkomt en bij andere nooit. Bore-out kan zich op elk niveau en tijdens elke soort werk afspelen. Mensen verschillen gelukkig zo van elkaar, dat voor vrijwel elk werk  werknemers te vinden zijn die het enthousiast en gemotiveerd doen, terwijl andere er nog niet aan willen denken.

Zo herinner ik me een tv-interview met een jongen met autisme, die als vakkenvuller werkte. Je ziet bij kinderen en volwassenen met autisme vaak, dat ze ergens een bepaalde focus op hebben. Vooral op momenten dat de wereld erg onduidelijk is en onveilig voor hen voelt, ervaren ze vaak stress en angst. Door iets wat voorspelbaar is steeds te herhalen, verdwijnen die gevoelens tijdelijk naar de achtergrond.

Jongen met autisme bore out

Deze jongen was gefocust op ordening en structuur. Dat hij in de supermarkt alles op de juiste plek en in de goede volgorde in de vakken moest zetten, droeg voor hem bij aan een voorspelbare wereld en hij was dan ook apetrots op het door hem steeds weer onberispelijk afgeleverde werk. Hij glunderde van plezier, als iemand zei dat zijn rekken er veel netter uitzagen dan die van zijn collega’s. Iedere dag exact hetzelfde doen, op dezelfde manier en in dezelfde volgorde, was precies was wat hij nodig had en van dit werk zou hij absoluut niet bore-out raken. Veel anderen lopen dat risico tijdens dat werk beslist wel. Zij hebben meer afwisseling en meer verschillende prikkels nodig.

Zo heeft iedereen zijn eigen voorkeur en aanleg voor bepaalde soorten werk. Mensen moeten doen, wat bij hen past, waar ze blij van worden, zich nuttig bij voelen en waar ze tevreden van thuis komen.

Maar als je werkuren bestaan uit sleur en verveling en je dagen  een voortdurend gevecht zijn met de traag voortkruipende wijzers van de klok, is de kans dus groot, dat je op den duur ziek wordt.

Sommigen met bore-out belanden met hartklachten in het ziekenhuis of hebben jaren nadien nog slaapproblemen Hun fysieke en psychische klachten zijn zo ernstig dat ze er nooit meer helemaal bovenop komen. Als zulke restverschijnselen voor kunnen komen en je vertrouwen in jezelf en andere mensen zo’n knauw kan krijgen dat het nog nauwelijks goed kan komen, dan moeten we het fenomeen bore-out serieus nemen. Vooral ook, omdat je als leek meestal niet in de gaten hebt, dat het je overkomt. Het is er, voordat je er erg in hebt en dan is het een klus om het weer terug te draaien.

Aan de oorzaken, zoals de lege werkuren, de chronische sleur en verveling, dat je (ver) onder je niveau moet werken, of dat je werk je ligt noch bevalt, is wel wat te doen. Door eerlijke vacatures uit te schrijven, door open kaart te spelen tijdens sollicitatiegesprekken, door werknemers serieus te nemen in begeleidings- en voortgangsgesprekken,  hun feedback op hun werk ter harte te nemen en er effectieve acties op te zetten. Door minstens net zo goed te kijken naar de werknemers, hun behoeftes en potenties als naar de productiecijfers. Door in de media aandacht te besteden aan bore-out, waardoor het fenomeen bekender wordt en uit de taboesfeer wordt gehaald. Door de cynici de juiste informatie te geven, waardoor ze de ernst van de zaak hopelijk wel gaan inzien. Ook is er wat te doen aan het ineffectieve gedrag dat veel mensen in bore-out situaties vertonen. Maar daar moeten ze zich eerst van bewust worden en in de meeste gevallen hebben ze hulp nodig om dat gedrag te veranderen. Maar daar zijn coaches en therapeuten voor.

Welk bedrijf is gebaat bij werknemers, die zich dood zitten te vervelen, zich terugtrekken in zichzelf en zich op geen enkele manier meer met de organisatie en het werk kunnen en willen verbinden? Die afhaken en zelfs ziek worden?  Dat is niet in het belang van het bedrijf, maar nog minder in dat van die werknemers!